Home » Blog » Korte lijnen – Bruce Wolffenbuttel

Korte lijnen – Bruce Wolffenbuttel

Bruce Wolffenbuttel is hoogleraar Endocrinologie en Stofwisselingsziekten in het UMC Groningen. Hij schrijft op persoonlijke titel en baseert veel blogs op zijn dagelijkse praktijk. Zijn blogs zijn verzameld op www.gmed.nl.

Korte lijnen zijn krachtige lijnen. Mensen kunnen steeds vaker inloggen in hun persoonlijk dossier van het ziekenhuis waar zij begeleid worden. Dat is hartstikke goed, want je kunt nagenoeg alle informatie over onderzoek, behandeling, bloeduitslagen, medicatie, brieven etc. in je persoonlijk dossier terugvinden. Meestal worden zaken als bloeduitslagen met enige vertraging doorgegeven, maar soms (of in sommige ziekenhuizen) komen deze uitslagen direct de zelfde dag beschikbaar. En dat heeft voordelen en nadelen. Er zijn diverse argumenten voor beide benaderingen, wat werkt voor de één, werkt niet voor de ander. Soms zijn uitslagen voor een niet-medicus niet altijd direct duidelijk, of worden er geringe afwijkingen in de bloeduitslagen gevonden die niet direct van belang zijn voor de interpretatie van een ziektegeschiedenis of behandeling van iemand’s specifieke klacht. Vaak komt daar dan extra nadruk op te liggen in het vervolg, bv heel gering verhoogde leverenzymen. Soms leiden uitslagen gewoon af: iemand die schildklierhormoon gebruikt vanwege een hypofyseprobleem zag een TSH waarde van <0.01 en besloot alvast -helaas ten onrechte- de dosering schildklierhormoon te verlagen. Of er is sprake van een verwarrende toelichting: bij iemand bij wie de glucose in niet nuchtere toestand 5.9 mmol/l is, zet ons laboratorium alvast een (H) (’te hoog’) achter de uitslag. Niet alleen volslagen nutteloos, maar eigenlijk niet juist. Dit is een volstrekt normale glucosewaarde, als je net twee boterhammen hebt gegeten.

Korte lijnen zijn krachtige lijnen. De meeste mensen willen echter graag direct hun uitslagen kunnen inzien, of althans de mogelijkheid hebben om te beslissen of zij dat wel of niet doen. Van de mensen die op onze polikliniek Endocrinologie begeleid worden heeft ruim 60% al een ‘mijnumcg’ account. Ik weet alleen niet hoeveel mensen hier daadwerkelijk gebruik van maken. Het is wel gemakkelijk; als nieuwe uitslagen beschikbaar zijn, krijgt iemand een berichtje in zijn mailbox, en kan inloggen in zijn of haar persoonlijk dossier om die te bekijken. Ook als er een brief naar de huisarts wordt gestuurd, krijgt de betreffende patiënt een berichtje in de mailbox en kan direct de brief inzien of downloaden. Dat scheelt onze administratie een hoop kopieën printen, in een envelop stoppen, de envelop dichtlikken, en naar de postkamer brengen. En de voordelen gaan verder dan dat: kom je met een bijniercrisis op de EHBO afdeling van een ziekenhuis in Brabant, zoals recent één van mijn patiënten overkwam, dan is je medische informatie via je persoonlijke dossier in een handomdraai beschikbaar. Of die keer dat een andere patiënte tijdens haar vakantie bemerkte dat zij net te weinig hydrocortison bij zich had, en zij met de Nederlandse dokter aan deze ‘costa’ de laatste brief en haar actuele medicatie-overzicht kon delen. Bovendien, ik vind het záálig als mensen tevoren hun gegevens kunnen inzien; zeker in complexe situaties helpt het als iemand de medische brief alvast gelezen heeft, heeft kunnen controleren dat ik het verhaal goed heb begrepen, en zich kan voorbereiden op een gesprek c.q. discussie over wat de beste (aanpassing van) de behandeling kan zijn. Met inzage in je persoonlijk dossier word je van een BEP (zie de blog van Laurens Mijnders) of een GGP, een goed geïnformeerde patiënt.

Korte lijnen zijn krachtige lijnen. Een digitaal dossier biedt ook de mogelijkheid om je specialist een mail te sturen, met een vraag, opmerking, correctie of vergelijkbaar. Op die manier is ook de privacy van de mailwisseling gewaarborgd. Veel vragen gaan op dit moment over COVID-19 vaccinatie. In december schreef Alida Noordzij al een blog over dit onderwerp. Veel vragen gaan over welk vaccin, wanneer iemand aan de beurt is, etc. Ook wij als medisch specialisten moeten hiervoor de informatie van Rijksoverheid en RIVM volgen, en die informatie is niet altijd even duidelijk. Of die verandert door veranderde aanvoer van een bepaald vaccin. Soms gaan vragen over medicijnen, of bijwerkingen van medicijnen. Eén van mijn patiënten had duidelijk méér problemen met de stabiliteit van haar hydrocortison suppletie, althans dat dachten we, als gevolg van het feit dat haar antidepressieve medicatie was afgebouwd. Na enkele aanpassingen, mails en telefoongesprekken bedacht zij zelf dat zij ook recent met een bèta-blokker was gestart. Toen zij hier mee stopte, waren haar klachten snel over. Ook daarom is het belangrijk om enerzijds ZELF de medicatie in je dossier te controleren, en ook om toestemming te geven voor medicatie uitwisseling via het landelijk schakelpunt. Zie onder ander het blog dat Jacqueline Neijenhuis hierover ruim een jaar geleden schreef. Dan is het ook belangrijk om te weten welke medicatie iemand PRECIES gebruikt. Het gebeurt nog té vaak dat bv klachten ontstaan en uitslagen van schildklierhormoon ineens ontsporen omdat mensen zonder reden op een ander medicijn, bv een ander schildklierhormoon preparaat worden omgezet.

Korte lijnen zijn krachtige lijnen. Niet iedereen kijkt Jinek of Op1 ’s avonds. Dus mails, ook die van een collega, kunnen soms vlot beantwoord worden. Mijn collega huisarts mailde om kwart over 10, hij kreeg 5 min later bericht terug, en de volgende dag konden we in goed overleg voor onze gezamenlijke patiënte een aangepast behandelplan maken. Dit laatste is geen advies of aansporing; ook dokters hebben een privéleven. Maar het laat wel zien hoe mooi korte lijnen kunnen zijn.

Eén reactie

  1. Cindy zegt:

    Waren alle specialisten maar zo. Nog altijd veel respect voor uw manier van werken.

Reacties zijn gesloten.