e-PAG
Daarbij wordt ook de stem van de patiënt niet vergeten. Binnen alle ERNs zijn patiëntvertegenwoordigers actief, de zogeheten European Patient Advocate Group- representatives, kortweg ePAGs. Van de 14 ePAGs binnen ENDO-ERN zijn er drie afkomstig uit Nederland: Johan Beun (bijnieraandoeningen), Johan de Graaf (hypofyse-aandoeningen) en Marika Porrey* (schildklieraandoeningen). Behalve dat de ePAGs de ervaringen en behoeften van patiënten verwoorden in de richting van de artsen en onderzoekers, dragen zij ook hun steentje bij aan het op Europees niveau leggen en versterken van contacten tussen de patiënten en hun organisaties onderling. De hypofysegroep werkt aan een document over de “best clinical practice” voor de behandeling van congenitaal hypopituitarisme. Hieruit zal ook patiënten-informatiemateriaal voortvloeien in verschillende talen. De door de Bijniervereniging NVACP i.s.m. BijnierNET ontwikkelde stressinstructies en noodkaarten voor mensen met een bijnieraandoening kunnen we zo beter uitrollen in heel Europa.
(*) Tot onze grote spijt is bij het verschijnen van dit artikel duidelijk geworden dat Marika Porrey (SON) de energie niet meer kan opbrengen om haar internationale werk voort te zetten. Ze is na de zomer van 2019 gestopt.
Dit artikel is gepubliceerd op 17 oktober 2019. Het is geschreven door Marten Dooper met medewerking van Marika Porrey, Johan de Graaf en Johan G. Beun de meelezers.



Is uiteindelijk de juiste diagnose gesteld – wat soms jaren kan duren – dan volgt de tweede hindernis: de patiënt moet vaak een flinke speurtocht ondernemen om een medisch specialist te vinden die zich heeft verdiept in die zeldzame ziekte en daardoor op de hoogte is van alle aspecten van de betreffende aandoening. Niet elke internist heeft immer alle kennis paraat over de behandeling van pakweg het syndroom van Cushing of schildklierkanker. Niet zelden blijkt bovendien dat de wetenschappelijke kennis over het ontstaan en de optimale behandeling van zeldzame aandoeningen beperkt is. Immers, onbekend maakt onbemind; ook als het gaat om (het investeren in) wetenschappelijk onderzoek. Tenslotte zal de patiënt met een zeldzame ziekte, meer dan mensen met een veelvoorkomende aandoening zoals astma of diabetes, vaak/vaker stuiten op onbegrip/onkunde van de omgeving wat het dagelijkse omgaan met de ziekte er bepaald niet gemakkelijker op maakt.
Een van de ERNs is ENDO-ERN dat zich – de naam zegt het al – richt op endocriene ziekten. Meer dan 80 expertisecentra uit 26 landen zijn verenigd in ENDO-ERN. Dit netwerk houdt zich bezig met zeldzame ziekten van de bijnier, schildklier, hypofyse en met (zeldzame) stoornissen van de calcium- en fosfaathuishouding in het lichaam, met genetische afwijkingen van de glucose- en insuline huishouding in het lichaam, met aandoeningen als gevolg van genetisch bepaalde endocriene tumoren, met genetische bepaalde obesitas en groeistoornissen en met zeldzame aandoeningen ten aanzien van de seksuele ontwikkeling zoals bijv. DSD. In Nederland zijn er 7 ziekenhuizen die gelden als EXPERTISEcentrum op één of meer van deze specifiek bijnier, schildklier, hypofyse gebieden. Amsterdam UMC, 
Deze verbetering van de zorg voor patiënten met hypofyse-, schildklier- of bijnierproblemen in heel Europa is natuurlijk een enorme vooruitgang ook voor de Nederlandse patiënten. Zij mogen hierdoor mede verwachten dat hun zorg als ze in het buitenland zijn mede hierdoor is gegarandeerd. Denk in dit verband alleen al aan de brede acceptatie van de bekende